De lengte van AG kun je berekenen door tweemaal de stelling van Pythagoras toe te passen. Het lijnstuk AG is namelijk de diagonaal van rechthoek ACGE. De lengte van AG bereken je dan: AG² = AC² + AE².
De lengte van AC is nu nog onbekend, maar deze kunnen we wel berekenen. AC is namelijk de diagonaal van rechthoek ABCD. De lengte van AC bereken je: AC² = AB² + AD² = 2² + 6² = 40. De lengte van AC = √40.
Het vlak ACGE heeft dus een afmeting van AE=4 en AC=√40.
AG² = AC² + AE² = 4² + √40² = 16+40 = 56. De lengte van AG is dan √56
Antwoord: de lengte van AG is √56.